Prestaties

2.1.1 De realisatie loopt één à twee jaar achter op het schema om in 2030 de doelstelling van 30% ten opzichte van 2014 te behalen. Een belangrijke oorzaak van de achterblijvende reductie in energieverbruik is de groei van het aantal inwoners, woningen, bedrijven en voertuigen. Hierover wordt de Raad geïnformeerd via de Raadsbrief Energiemonitor in september.

2.1.3 Vanwege het ontbreken van windturbines en de achterblijvende groei van de oppervlakte van zonnevelden (vanwege netcongestie, de aangescherpte regelgeving vanuit de Provincie Gelderland voor zon op land én de negatieve businesscase voor investeerders in zon op land) blijft de opwek van duurzame energie 3 jaar achter. Bij onvoldoende voortgang in het oplossen van de knelpunten kan de groei ten opzichte van de prognoses verder achter gaan lopen. Inhoudelijk zijn aanvullende oplossingen benodigd. Te denken valt aan het realiseren en/of stimuleren van meer agri-pv* op landbouwgrond, het stimuleren van de realisatie van erfmolens, het versneld inzetten op de realisatie van windturbines waar dit mogelijk is (realisatie is wel pas > 2030). Ook de ontwikkelingen van elektriciteitsopslag bij energie-opwekprojecten kunnen het knelpunt ‘niet aansluitbaar’ op het net deels verhelpen. Daarnaast biedt het versneld inzetten op het oogsten van omgevingsenergie, zoals ondiepe geothermie, mogelijkheden voor het niet verder laten oplopen van de achterstand van duurzame opwek op de prognose. Hierover wordt de Raad geïnformeerd via de Raadsbrief Energiemonitor in september.
*Agri-PV is een vorm van meervoudig grondgebruik waardoor de grond zowel voor landbouwdoeleinden (voedselproductie of begrazing) als voor het opwekken van zonne-energie wordt gebruikt.

2.2.1. Vanuit de klimaatagenda is de inzet om ieder jaar een extra koelteplek te realiseren. De realisatie van een nieuwe koelteplek in de binnenstad start in het najaar van 2025. We constateren dat het moeilijk is om ruimte of locaties te vinden en beschikbaar te krijgen voor nieuwe koelteplekken in versteende gebieden. We kijken nu of we de strategie moeten aanpassen door bijvoorbeeld inzet op meerdere kleinere groene plekken in de openbare ruimte. Daarnaast wordt het budget gebruikt voor de toevoeging van bomen.

2.2.4. Bij de MPB 2024-2027 is besloten een exploitatiebudget toe te kennen om een subsidieregeling in te richten voor NIKA (natuur inclusief en klimaat adaptief bouwen) bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hiervoor is € 5 miljoen beschikbaar gesteld. In de zomer van 2024 is NIKA bestuurlijk vastgesteld en is de subsidieregeling gestart. In de 2e helft van 2024 is de regeling geïmplementeerd en gecommuniceerd. Er lopen nu twee aanvragen voor subsidie ter waarde van € 600.000. Het is lastig te voorspellen of er verder een beroep wordt gedaan op deze regeling, omdat we afhankelijk zijn van de start van (grote) ontwikkelingen met name in de BSK-zone.

2.4.02 Veel assets lopen tegen het eind van hun levensduur. Momenteel (schouw 2023) ligt 76% van de wegen er nog goed bij. In 2021 was dit 78%. De omvangrijke naoorlogse groei van Apeldoorn leidt 60 tot 80 jaar later tot een grote vervangingsopgave en er zijn meer vervangingen en investeringen nodig om de bestaande openbare ruimte op peil te houden. Via de kaders van het SAMP en de implementatie van assetmanagement willen we de komende jaren weer richting de afgesproken 80% gaan. In 2025 wordt een nieuwe schouw uitgevoerd.

2.4.07 Uit recente inspecties door de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) blijkt dat we niet geheel voldoen aan wettelijke voorschriften voor speeltoestellen. Enerzijds hanteren we in bepaalde gevallen andere inspectiefrequenties dan voorgeschreven door leveranciers. Anderzijds beschikken we, met name van oudere speeltoestellen, niet over alle noodzakelijke documentatie. Momenteel brengen we in kaart voor welke speeltoestellen dit geldt en daarna nemen we maatregelen. Wij achten de speeltoestellen echter veilig en technisch op orde.
We voorzien een financieel risico indien betreffende speeltoestellen op grond van NVWA-richtlijnen onafhankelijk gecertificeerd of eerder vervangen moeten worden.

2.4.10 De realisatie van de natuurbegraafplaats is een meerjarig traject en bevindt zich in het stadium van verwerving grond en aansluitend vergunningverlening. Dit stadium ligt achter op de planning. Door een goed georganiseerd vervolgproces willen we deze achterstand inlopen.

2.5.5 Wet- en regelgeving omtrent stikstof vertraagt realisatie van projecten gericht op versterken van groenstructuur en recreatieve verbindingen Beekbergen.